De wintergroene rododendron, familie van de azalea, komt oorspronkelijk uit China. In Europa komen slechts een beperkt aantal soorten voor, waaronder sterk groeiende, grootbloemige en kleinbloemige soorten met een dwerggroei. Deze laatste soort komt pas goed tot z’n recht door extra maatregelen qua bodem, voeding en standplaats.
De rododendron vraagt wel wat onderhoud, maar als hij dat op de juiste wijze krijgt, is het een dankbare en schitterend bloeiende plant met iedere keer weer veel bloemknoppen.
Om schimmel in uw rododendron te voorkomen, adviseren wij om de plant voldoende ruimte te geven, zodat water goed afgevoerd kan worden. De wortels van de rododendron zijn klein en gevoelig.
Het onderhoud van een rododendron vraagt niet bijzonder veel snoeiwerk. Vormsnoei kan wel toegepast worden, mocht uw rododendron te groot worden. Dit kunt u het beste eind maart / begin april doen.
Na de snoeibeurt ziet de rododendron er niet zo mooi uit, maar de knoppen gaan zich zeker weer ontwikkelen, waarop u het volgend voorjaar een rijk bloeiende struik heeft.
Het mooie van deze plant is dat u ‘m zelf kunt opknappen, mochten de bladeren bijvoorbeeld geel worden. Deze opknapbeurt begint met goed terugsnoeien. Hierna loopt hij namelijk weer flink uit en heeft u uw oude rododendron weer terug.